Anderhalf jaar terug startte ik met de Club van Aardige Mensen. En ieder week ben ik iets gaan posten. Bedoeld om mensen aan te moedigen om aardig naar zichzelf te zijn. Kort. Luchtig en serieus tegelijk. En iets creatiefs, iets om naar te kijken.
Het brengt me meer dan ik vooraf kon bedenken. Het zorgt ervoor dat ik schrijf. Iedere keer weer. Dat ik me afvraag waar ik vol van ben. De club daagt me uit om mezelf te zijn. Om het echt op mijn manier te doen. En me niet te druk te maken om wat anderen vinden. De club zorgt er ook voor dat ik verbinding heb, met allerlei mensen. En op allerlei onverwachtse momenten bedankt wordt voor wat ik gestuurd heb. Hoe gaaf is dat!!!
Ik ga door. En mocht je mensen weten die ook graag lid worden of meelezen…er is plek genoeg! Lid worden kan via mijn website (www.hartenwerk.nl)!
Er is altijd een goede reden om je op
anderen te richten. Soms is het omdat je de sfeer wilde redden. Of omdat
je iemand wilde redden.
En hoe vaker je het doet, hoe meer het
bij je gaat horen. Ongemerkt geeft het houvast. Ongemerkt wordt het een
onderdeel van jezelf. En word je één gróte redder. En vergeet je naar
jezelf te luisteren. Want dat gaat niet heel goed samen.
Op den duur raakt een redder wel vermoeid. En geïrriteerd. Omdat er
nauwelijks naar jezelf omgekeken wordt. En dat eist z’n tol.
Lekker leven. Dat gaat over dealen met deze ‘sterke gerichtheid op een ander’. En over terugkomen bij jezelf.
Soms lukt dat makkelijk. En kan je na wat alarmbelletjes weer heel aardig zijn voor jezelf.
Maar soms is de gewoonte te sterk. En heb je een ander nodig.
Soms heb je dat. Dat je bent als dynamiet. Dat je ontploft bij
ieder ding.
Ontploffen is meestal niet zo charmant. En daar knap je per
saldo nooit heel erg van op.
Ik had vanmorgen een goed inzicht.
Ik had net wat ontploffingen achter de rug. En liep buiten
met mijn hond. En ik dacht…laat ik me nog eens vastbijten in een (nieuw!) lastig
onderwerp. Je hebt er altijd wel een liggen. Ik had er nog wel een. En terwijl
ik hem nét wil oppakken, realiseer ik me dat ik dat NIET moest doen. Niet nu. Niet
als je al gammel bent van al die explosies. Dus ik dacht: je kan gewoon tegen
jezelf zeggen: laat het liggen! Pak het niet op. Niet nu!
Dan weet je zeker dat je daar ellendiger van wordt.
En dat werkte.
Eigenlijk heel eenvoudig. Ik ben gewoon doorgelopen.
Je hoofd kan enorm de overhand hebben. Hij kan veel zeggen, veel wegen, veel denken. Zoveel dat je soms wel wenst dat je hoofd effe stil is. Effe helemaal niks zegt. En je met rust laat.
Dat kan. Gewoon door het te zeggen. Als je eenmaal weet dat je hoofd het zo bont maakt, dan doorhebt wanneer dat het geval is, dan roep je automatisch: stop!
Je eigen wensen. Ze borrelen op. Ze zeggen je zachtjes waar
het tijd voor is.
En gek genoeg kunnen we ze keihard wegjagen, onder het kleed
duwen, ver achter in een kast leggen of gewoon negeren. Net of we het niet
gehoord hebben.
Wat doet dat eigenlijk met je, als je ze negeert en
wegstopt? Wat is de boodschap aan jezelf? Is dat: jouw geborrel doet er niet
toe? Of: wat je echt wil, is niet belangrijk?
Als je dit langer doet, raak je vanzelf in de war. Word je
somber. Weet je niet meer wat je wil. En worden loopbaankeuzes moeilijk.
Want je loopt jezelf letterlijk voorbij.
Dus. Niet meer onder het kleed of ver in een kast. Maar doe
er iets mee.